We zijn allemaal Big Brother

POLITIE WORSTELT MET FILMPJES VAN SMARTPHONES

Wij zijn allemaal Big Brother

Stiekem een filmpje maken en online gooien, wat vilein commentaar erbij. Kritiek op de politie was nog nooit zo makkelijk. En zo veelvuldig: er duiken almaar vaker schokkerige beelden op van agenten in actie. Relletjes in Meulenberg? Op YouTube ermee. Een vechtpartij in een Antwerps café? Overal op het internet te bewonderen. Big Brother neemt de gedaante aan van een mondige burger met een gsm. ‘Dergelijke beelden zijn nooit objectief. Ze tonen niet wat ervoor of erna is gebeurd. Ze missen context’, aldus de Brugse korpschef Dirk Van Nuffel.

Begeeft de immer filmende medemens zich op glad ijs?

‘In principe staat het iedereen vrij om te filmen zolang het maar niet heimelijk gebeurt’, zegt Eva Wiertz van de Privacycommissie. En net daar wringt het schoentje. ‘Als je zegt dat je niet gefilmd wil worden, dan mag dat niet. Je weigert dan de toestemming om je persoonlijke gegevens te gebruiken. Dat geldt voor burgers, maar ook voor agenten. Zeker als zij slachtoffers of daders willen beschermen voor ongeoorloofde openbaarmaking.’ Wie beelden verspreidt met herkenbare personen zonder toestemming, riskeert forse boetes. ‘Als je wat sfeerbeelden hebt gemaakt op een festival, is er natuurlijk geen probleem. Alles moet geval per geval afgetoetst worden aan de privacywetgeving.’

Ook de klaslokalen blijven niet buiten schot.

Een bekend voorbeeld is de leraar die vijf jaar geleden het hoofd van een leerling in een emmer cement dreigde onder te dompelen. Allemaal vastgelegd met een gsm. ‘De scholen hebben ondertussen afspraken gemaakt met leerlingen over wat wel kan en wat niet. De gsm maakt deel uit van onze cultuur, maar dat betekent niet dat leerlingen zomaar filmpjes mogen maken in het klaslokaal’, zegt Willy Bombeek, woordvoerder van het katholiek onderwijs.

Is er nood aan een strengere wetgeving?

Guido Van Steendam, professor Ethiek aan de KU Leuven : ‘Mensen moeten zich vrij kunnen gedragen, maar dat lukt niet als alles in de gaten gehouden wordt. Je hebt het recht met rust gelaten te worden.’ Verbieden ziet hij niet zitten. ‘Ik geloof wel dat mensen die beelden uit de context verspreiden bewust moeten worden gemaakt van de consequenties daarvan. Dat ze mensen kunnen schaden.’

Bron : De Standaard van 27/8/2014 (uittreksel)

Guido Van Steendam, professor Ethiek aan de KU Leuven : ‘Mensen die beelden (buiten) de context verspreiden moeten bewust gemaakt worden van de consequenties daarvan. Dat ze mensen kunnen schaden.’

Meerdere items werken hieraan. Zo bv. item ‘351 Erover ?‘ voor leerlingen SO 2e graad, waarin gezocht wordt naar de grens tussen humor (’t is maar om te lachen’) en schade (‘dit is niet meer om te lachen’). En item ‘755 Wat mag met foto’s ?‘ voor dezelfde doelgroep, waarin gekeken wordt naar de rechten van ‘fotografen’ en geportretteerden.

Print Friendly, PDF & Email

Effecten van pesten op school zijn 40 jaar later nog merkbaar

Kinderen die te maken krijgen met pesterijen, voelen de gevolgen daarvan nog tot 40 jaar na de feiten, concludeert een Brits onderzoek. Het is de eerste studie die de lange termijneffecten van schoolpesterijen aantoont. Schoolkinderen die af en toe tot zeer frequent het slachtoffer zijn van pesterijen, hebben later een verhoogde kans op depressies en hun cognitieve functies verslechteren aanzienlijk.

7.771 kinderen die in eenzelfde week in 1958 werden geboren, deden mee aan het onderzoek. Op de leeftijd van 7 en 11 jaar vroegen de onderzoekers aan de ouders of hun kind wel eens gepest werd. 28 procent kreeg soms te maken met pesterijen en 15 procent werd regelmatig gepest. Die kinderen werden opgevolgd tot hun vijftigste waarna de onderzoekers concludeerden dat de pesterijen van ongeveer 40 jaar geleden een grote impact hadden op hun volwassen leven.

Meer depressies, minder relaties en een lagere levenskwaliteit

Pesten heeft gevolgen op zowel gezondheids-, sociaal- als economisch vlak. Mensen die als kind worden gepest hebben een verhoogde kans op depressies, halen minder voldoening uit hun leven, hebben minder kans op een relatie, ondervinden een lagere levenskwaliteit en hebben verslechterde cognitieve functies, aldus de studie.

Professor Louise Arseneault van het King’s College in Londen, een van de auteurs van de studie, wil met het onderzoek oproepen tot actie. “Het is hoog tijd dat we stoppen met zeggen dat pesten een onvermijdelijk onderdeel is van het opgroeien. Politici en leerkrachten moeten weten dat dat niet zo is en dat de effecten van pesten op lange termijn nog steeds voelbaar zijn. Het is goed dat er dingen worden gedaan om pesten te doen ophouden, maar we moeten ook focussen op preventie om te vermijden dat de problemen zich verderzetten in de adolescentie en de volwassenheid”, aldus Arseneault.

Bron : Knack van 15 mei 2014 (uittreksel)
 

“Leerkrachten moeten weten dat de effecten van pesten op lange termijn nog steeds voelbaar zijn. We moeten focussen op preventie om te vermijden dat de problemen zich verderzetten in de adolescentie en de volwassenheid.” (Prof. Arseneault)

Alle items rond digitaal pesten willen een steentje bijdragen in de preventie van digitaal pesten. In ‘372 Digitaal pesten : aanpak‘, een item voor leerkrachten, focust de spreker sterk op wat de school preventief kan doen.

Print Friendly, PDF & Email

Porno en tieners : 7 op 10 vindt het schadelijk

Een meerderheid van 18-jarigen meent dat porno leidt tot onrealistische en zelfs schadelijke opvattingen over seks een relaties. Maar liefst zeventig procent van de ondervraagde Britse tieners meent dat pornografie en de toegankelijkheid ervan een kwalijk effect kunnen hebben op hoe jongeren seks en relaties ervaren.

Beginnen kijken tussen 13 en 15 jaar

Een meerderheid verklaarde dat het kijken naar porno gemeengoed was tijdens hun studietijd. De meesten begonnen tussen hun dertiende en hun vijftiende naar porno te kijken. Niet minder dan 72 procent van de ondervraagde 18-jarigen verklaarden dat porno leidt tot onrealistische verwachtingen inzake seks. Zeventig procent meent zelfs dat porno een schadelijk effect kan hebben op de manier waarop jongeren omgaan met seks en relaties.

Meisjes versus jongens

De negatieve gevoelens omtrent porno en de impact ervan blijkt het meest uitgesproken onder de bevraagde meisjes. Bijna tachtig procent van de ondervraagde jonge vrouwen verklaart dat porno zorgt voor een sociale druk om er op een bepaalde manier uit te zien en bepaalde handelingen te verrichten.

Minder toegankelijk

Maar de meerderheid van de achttienjarigen – 66 procent van de meisjes en 49 procent van de mannen – verklaarde zich akkoord met de stelling ‘het zou makkelijker op te groeien mocht porno minder makkelijk toegankelijk zijn voor jongeren’.
“Deze resultaten tonen aan dat pornografische beelden het leven van tieners binnendringen en dat vooral jonge vrouwen heel goed weten welke schade die kunnen aanrichten”, stelt IPPR-voorzitster Dalia Ben-Galim. “De resultaten schetsen een zorgwekkend beeld over hoe internetporno het gedrag van jongeren bepaalt”.
Opmerkelijk is ten slotte dat 86 procent van de ondervraagden oordeelde dat advies inzake seks en relaties op school moet onderwezen worden.

Bron : De Morgen van 22/8/2014 (uittreksel)

“86 procent van de jongeren vindt dat advies inzake seks en relaties op school onderwezen moet worden.” (Brits onderzoek 2014)

Het onderwerp ‘online porno’ zit in het aanbod voor leerlingen SO 3e graad met het item 661 ‘online porno’.

Print Friendly, PDF & Email

Reportage mediawijsheid met Filip Bourgeois

In 2013 kwam VTM filmen tijdens een sessie Internetvaardig voor leerlingen van de Middenschool Sint-Rembert te Torhout. Nadien volgden een interview met leerlingen, met mij en met de directeur van de school. Het is een mooie reportage geworden. Geen sensatie, wel preventie. En waarin de betrokkenen op een correcte manier in beeld komen.

 

De reportage toont beelden uit de items ‘641 Pikante foto’s’ en ‘642 Sexting’ voor leerlingen SO 1e graad.

Print Friendly, PDF & Email

Tips voor een ouderavond over sociale media

“Hoe begeleid je je kind in sociale media ? En vooral : Hoe doe je dat op een positieve manier ? Op een ouderavond kun je het allemaal uitleggen.

Ouders willen graag weten hoe ze hun kinderen op internet kunnen opvoeden. Onze tip : Houd een ouderavond !”

Mijn Kind Online heeft er een erg interessant artikel over. Je leest het op : Tips voor een ouderavond over sociale media.

In het aanbod voor ouders basisonderwijs is er de sessie ‘710 Sociale media’; voor ouders secundair onderwijs is er de sessie ‘720 Sociale media’. De informatie op deze pagina is tevens interessant voor het overige aanbod voor ouders.

Print Friendly, PDF & Email

Verstand op porno ? Juist informeren en goed opvoeden !

VTM Telefacts zond op 5 augustus 2014 de reportage ‘Verstand op porno’ uit. Alexander Witpas, criminoloog en seksuoloog reageert de volgende dag in de krant De Standaard (uittreksel) :

online pornoJuiste cijfers graag : ’60 procent van de Vlaamse jongeren kijkt regelmatig naar porno.’ Een indrukwekkend, maar verkeerd cijfer. In een onderzoek van Laura Vandenbosch (KU Leuven) van 2012 was het aantal regelmatige kijkers (minstens één keer per week) niet 60 maar 10 procent. Bovendien had meer dan de helft (54 procent) in het half jaar voor de bevraging nooit naar porno gekeken.

Juiste feiten graag : Hoe verslavend is porno eigenlijk echt ? De realiteit is dat er anno 2014 geen officiële diagnose ‘pornoverslaving’ bestaat. Er is een kleine, kwetsbare groep die aandacht nodig heeft, maar de rest weet heel goed dat porno ficitie is.

Juist informeren & goed opvoeden : Al het bovenstaande betekent overigens niet dat we internetporno gewoon kunnen negeren. We moeten explicieter met hen spreken over wat porno is (fictie) en wat het niet is (realiteit).

Bron :  Veel drama, weinig waarheid – Alexander Witpas

“We moeten explicieter met jongeren spreken over wat porno is (fictie) en wat het niet is (realiteit).” (Alexander Witpas criminoloog en seksuoloog)

Het onderwerp ‘online porno’ zit in het aanbod voor leerlingen SO 3e graad met het item 661 ‘online porno’.

Print Friendly, PDF & Email

Boek : sociale media op school

socialemediaopschool ~ GO
Kort voor de zomervakantie rolde bij het Gemeenschapsonderwijs het boek ‘Sociale media op school – zet jouw school op de digitale kaart’ van de persen. Bij de start van dit nieuwe schooljaar wil ik het warm aanbevelen aan alle scholen – ook buiten het Gemeenschapsonderwijs ! – die de kansen die sociale media bieden voor scholen willen verkennen, de problemen die ermee gepaard gaan vooraf willen kunnen inschatten, inspiratie willen vinden bij andere scholen en er mogelijk zelf mee aan de slag willen gaan.

Het boek valt uiteen in 3 grote delen :

  • Sociale media als leeromgeving & leermiddel
  • Sociale media als middel voor communicatie
  • Nieuwe uitdagingen voor scholen

In elk deel komen pertinente vragen aan bod. Een greep eruit :

  • Wifi en BYOD (=breng je eigen toestel mee) voor leerlingen ?
  • Hoe kun je beoordelen of een sociaal medium geschikt is voor je onderwijsdoel ? (checklist)
  • Hoe kun je volgen wat er op sociaalnetwerksites over jouw school gezegd wordt ?
  • Hoe start je een sociaalnetwerksite op voor jouw school ?
  • Hoe leerkrachten helpen bij het inzetten van sociale media ? (checklist)
  • Hoe reageer je het best op online kritiek ?

Het boek sluit af met een voorstel van gedragscode voor leraars, de checklist ‘is mijn school cybersafe’ en een vragenlijst om het gebruik van sociale media te evalueren.

Zoals je kunt vaststellen uit deze oplijsting, is dit boek erg praktisch opgevat : wie werk wil maken van sociale media, kan er zeker mee aan de slag. Ter ondersteuning vind je ook resultaten uit wetenschappelijk onderzoek, theoretische modellen en de visie van het Gemeenschapsonderwijs of anderen. Tenslotte wordt alles geïllustreerd met heel wat praktische tips, voorbeelden uit de praktijk en getuigenissen uit scholen die reeds op weg zijn met sociale media.

Een 10 bladzijden van het boek kun je hier downloaden.

 

Titel : Sociale media op school – Zet jouw school op de digitale kaart
Auteurs : Hélène De Keyser, Kevin De Ridder, Jacques Verleijen
Redactie : GO! onderwijs van de Vlaamse gemeenschap
Distributie : Uitgeverij Politeia – ISBN 9789057182815 – 106 blzn. – €25

Dit boek vormt een interessante aanvulling op de lezing ‘770 Digitale communicatie’.

Print Friendly, PDF & Email

Naar een bottom-up aanpak van (cyber)pesten

Door de steile opgang van sociale en mobiele media is cyberpesten uitgegroeid tot een wijdverspreid fenomeen. Cyberpesten bracht niet alleen een verbreding, maar ook een verdieping of intensivering van de pestproblematiek met zich mee : meer kinderen en jongeren geraken betrokken bij pestgedrag en voor slachtoffers is er vaak geen ontsnappen meer aan, omdat ze zowel offline als online worden gepest, dag in dag uit.

EMSOC onderzoekDe voorbije decennia werden er heel wat anti-pestprogramma’s ontwikkeld. Bij EMSOC, een Vlaams onderzoekcentrum, wil men een nieuwe stap zetten, nl. het ontwikkelen van een toolkit waarmee leerkrachten lager onderwijs kinderen kunnen faciliteren om zelfsturender en zelfregulerender te worden in het aanpakken en voorkomen van pestgedrag. Onderzoeker Maarten Van Mechelen en zijn collega’s focussen daarbij op zowel cyberpesten als op klassieke vormen van pesten, alsook op hun onderlinge relatie, waarbij de klas als een sociale groep wordt benaderd en men zich richt op de exclusie van slachtoffers ten gevolge van pesten. Hoewel het asociale gebruik van sociale media aan de basis ligt van cyberpesten, bekijken ze sociale media in dit onderzoek als een middel om pro-sociaal gedrag in de klasgroep te stimuleren en aldus pestgedrag te reduceren.

Het onderzoek werd opgestart in het voorbije academiejaar en is nog lang niet af. Als eerste stap in het ontwikkelingsproces van de toolkit werden verschillende experten en leerkrachten, waaronder ikzelf (cf. foto), gevraagd om mee na te denken over  de reeks voorwaarden waaraan een bottom-up georiënteerde aanpak van (cyber)pesten moet voldoen. Aangezien kinderen belangrijke stakeholders zijn in het ontwerpproces van de toolkit, zullen ze actief betrokken worden in de volgende fase van het onderzoek.

Het onderzoeksrapport van Maarten Van Mechelen, Karin Slegers, Dirk De Grooff (CUO, iMinds, KU Leuven) kan je hier downloaden : EMSOC_MaartenVanMechelen

 

“Hoewel het asociale gebruik van sociale media aan de basis ligt van cyberpesten, kunnen sociale media een middel zijn om pro-sociaal gedrag in de klasgroep te stimuleren en aldus pestgedrag te reduceren.”

Ik heb een bescheiden bijdrage geleverd aan het onderzoek van Maarten Van Mechelen (zie foto). Het was een inspiratiebron voor item ‘372 Digitaal pesten : aanpak’, dat in het aanbod zit voor leraars en schooldirecties.

Print Friendly, PDF & Email