Cyberpestkoppen zijn ervan overtuigd dat leeftijdsgenoten pesten via het internet en de gsm goedkeuren, en geven aan dat ze vaak druk ervaren om eraan mee te doen. Dat blijkt uit het onderzoek van Sara Pabian (UAntwerpen) waarbij 2.000 Vlaamse jongeren tussen 10 en 17 jaar twee jaar lang werden opgevolgd.
Uit de enquêtes blijkt dat daders vaak denken dat cyberpesten nu eenmaal de norm is onder jongeren. Bovendien gaven jongeren aan dat er soms zelf verwacht wordt dat ze (ook) cyberpesten.
Een ander belangrijk kenmerk van cyberpestkoppen is hun “mensenkennis”. Daders van cyberpesten zijn goed in het inschatten van wat andere jongeren denken, doen en voelen. “Voor meer subtiele vormen van pesten kan de “sociale” intelligentie zorgen voor het machtsonevenwicht tussen dader en slachtoffer”, zegt Pabian. “Daders zijn vlot in de omgang met andere jongeren, terwijl slachtoffers dat meestal niet zijn en bang zijn om bekritiseerd te worden door anderen. Dat maakt van hen een gemakkelijke prooi.”
Daders van cyberpesten hebben wel vaker een slechte relatie met leerkrachten. “Cyberpesten gaat vaak gepaard met ander probleemgedrag zoals pesten op school en zich afzetten tegen andere schoolnormen.”
Klik rechtsboven de pagina op de omgekeerde driehoek.
Selecteer in het menu de optie ‘Instellingen’ en daarna ‘Algemeen’.
Download eventueel je gegevens via de knop ‘Een kopie downloaden van je Facebook-gegevens’.
Pauze
Als je twijfelt of je je account op Facebook écht weg wil, zet je de volgende stap NIET : je kunt immers NIET meer terug !
Zolang je twijfelt, is het beter om een Facebook-pauze te nemen. Je kunt dat doen door je account tijdelijk te deactiveren of op non-actief te zetten. Ga daarvoor naar deze pagina en klik op ‘Je account deactiveren’.
Stap 3 : Je account verwijderen
Ga naar deze pagina in het helpcenter van Facebook om je account te verwijderen.
Klik op de knop ‘Mijn account verwijderen’.
In de dagen en weken nadien krijg je mail van Facebook met het verzoek om opnieuw in te loggen of een nieuw account aan te maken. Als je nog steeds zeker bent van je keuze om geen account op Facebook te hebben, ga je daar NIET op in.
Hoe je Google-account verwijderen ?
Wil je je Google Account verwijderen ? Het verwijderen van een Google account is zeer eenvoudig. Let op : je verwijdert hiermee ook alle accounts die eraan gekoppeld zijn, zoals Gmail, YouTube etc.
Klik rechtsboven de pagina op de omgekeerde driehoek.
Selecteer de optie ‘Account’ en daarna ‘Gegevenstools’.
Download eventueel je gegevens via de knop ‘Te downloaden gegevens selecteren’.
Pauze
Als je twijfelt of je je account op Google écht weg wil (en dus ook Gmail, YouTube, …) , zet je de volgende stap NIET : je kunt immers NIET meer terug !
Stap 3 : Je account verwijderen
Ga terug naar de pagina ‘gegevenstools’ of klik op deze link.
Klik op ‘Account en gegevens verwijderen’.
Je komt op een pagina waarop staat vermeld wat de gevolgen zijn als je je Google account verwijdert. Vink alle services aan, vul opnieuw je wachtwoord in en klik ten slotte op Google-account verwijderen. Je krijgt vervolgens de melding dat je Google account succesvol verwijderd is.
Andere accounts verwijderen
Er zijn meerdere sites die zich hierin specialiseren :
Over de nieuwe gebruikersvoorwaarden van Facebook is veel te doen. We geven antwoorden op de meest pertinente vragen.
1. Wat weet Facebook over jou ?
Veel. Heel veel. Facebook volgt je overal, ook op andere websites en weet waar je bent.
2. Kan je eraan ontkomen ?
Ja, maar daar moet je wel je Facebook-account voor afsluiten. Want Facebook gebruiken betekent dat je inzicht geeft in je locatie en dat je ook je intellectuele eigendom afstaat. Facebook bepaalt zelf wat ze met je data doet.
3. Werkt een juridische bepaling op je Facebook-status ?
Neen. Zo’n juridische bepaling is niet veel meer dan een virtuele variant van een spandoek in een voetbalstadion : je uit op deze wijze wel je protest tegen de gang van zaken, maar je bent wel al in het stadion.
4. Wat met de instellingen ?
Via de Facebook-instellingen kan je tot op zekere hoogte wel iets afblokken of regelen. Maar het gaat dan vooral over wat anderen op Facebook doen, zoals jou taggen of op je timeline schrijven. Je hebt geen vat op wat Facebook zelf met je data doet.
5. Helpt het om te verhuizen ?
Ja, als je verhuist naar Duitsland. De Duitse wetgeving is strenger ten aanzien van Facebook. Facebook kan er niet zomaar haar wetten opleggen.
Op de speelplaats van de IVG-School aan de Nederkouter hangt sinds gisteren (3 dec. 2014) een nieuw bordje : Cold zone, wat zo veel wil zeggen als ‘gsm niet welkom’. Het bordje komt er op vraag van de leerlingen zelf. ‘We sms’en te veel. Wie in de cold zone komt zitten, maakt duidelijk dat hij of zij een écht gesprek wil.’
“Wie in de cold zone komt zitten, maakt duidelijk dat hij of zij een écht gesprek wil.”
Een goed idee ! Eén element voor een nieuwe smartphone-etiquette. Neem ik mee als voorbeeld in het item ‘751 Smartphone, smart friends ?‘ !
Driekwart van de Amerikanen denkt dat het internet en het world wide web hetzelfde zijn. Meer dan de helft denkt dat als een bedrijf een privacy policy heeft, dat betekent dat ze alle verzamelde data vertrouwelijk houden. Het is belabberd gesteld met de webkennis van Amerikanen, zo laat een onderzoek van Pew Internet onder volwassen internetgebruikers zien. Je kunt zelf de quiz doen om te zien hoe je scoort.
De gebrekkige kennis van ICT-termen en -conventies is zorgwekkend. Overheden en bedrijven schenden massaal de privacy van burgers. Om te kunnen begrijpen wat er precies gebeurt, is een minimum kennisniveau noodzakelijk. Pas daarna kunnen burgers immers overwegen in hoeverre ze akkoord gaan met de inperking van hun vrijheid online. Onderricht in ICT dat verder gaat dan basisvaardigheden is zo een voorwaarde voor burgerschap.
Vervang in volgend citaat ‘burgers’ door ‘leerkrachten en leerlingen’ : “De gebrekkige kennis van ICT-termen en -conventies is zorgwekkend. Overheden en bedrijven schenden massaal de privacy van burgers. Om te kunnen begrijpen wat er precies gebeurt, is een minimum kennisniveau noodzakelijk. Pas daarna kunnen burgers immers overwegen in hoeverre ze akkoord gaan met de inperking van hun vrijheid online. Onderricht in ICT dat verder gaat dan basisvaardigheden is zo een voorwaarde voor burgerschap.“
De workshop ‘1070 – Mediawijze ICT-tips voor lessen media(wijsheid)‘ pikt hierop in : leerkrachten basisonderwijs krijgen er tips waarmee ze leerlingen de weg kunnen wijzen naar een verstandig gebruik van internet en sociale media. Zeg maar : ICT-kennis -en vaardigheden gelinkt aan mediawijze reflectie.
‘Jongeren hebben te weinig kennis over de mechanismen van sociale media en beschikken over onvoldoende vaardigheden om hun privacy effectief te beschermen.’ Het is één van de conclusies van vier jaar interuniversitair onderzoek.
Jongeren vermoeden dat niet zij, maar vooral andere gebruikers kwetsbaar zijn voor de privacy-gerelateerde gevolgen van het delen van persoonlijke informatie via sociale media. Toch vindt maar de helft van de 18-jarigen de privacy-instellingen voor apps op Facebook terug. Bij 83 procent van de jongeren hebben apps toegang tot meer informatie dan ze denken en meer dan een derde van de jongeren is niet in staat alle reclame op Facebook te herkennen.
‘Maar de helft van de 18-jarigen vindt de privacy-instellingen voor apps op Facebook terug. Bij 83 procent van de jongeren hebben apps toegang tot meer informatie dan ze denken.’
In het item ‘202 Facebook-instellingen‘ wordt leerlingen secundair onderwijs getoond met welke privé-info de bedrijven achter de apps op Facebook gaan lopen en hoe je dit in de Facebook-instellingen zelf kunt bewaken.
Er is een beveiligingstool ontwikkeld om online pesten en online misbruik tegen te gaan. Met die tool wordt al het dataverkeer op een school in de gaten gehouden en verdachte zaken worden doorgespeeld aan een vertrouwenspersoon. Het probleem is namelijk groot : meer dan 50 procent van de jongeren maakt zich schuldig aan online pesten. Stichting Importunus heeft daarom een beveiligingstool ontwikkelt en claimt daarmee online pesten, online kindermisbruik, expliciete foto’s en drugs of wapenbezit op te kunnen sporen. Het Nederlandse radioprogramma ‘Vandaag’ sprak erover met de stichting en met een school die de tool gebruikt.
Het gesprek kun je (tijdelijk) beluisteren op Eenvandaag.nl.
De Nederlandse sociale media-experte Justine Pardoen reageert er als volgt op :
“Een totaal ongewenste ontwikkeling, dat we kinderen gaan volgen. Alles wat ze doen op hun laptop van school, ook als ze thuis zijn. Willen we deze kant op ? Ik vind het een zeer ongewenste ontwikkeling, want kinderen hebben ook recht op privacy. Ze moeten zonder dat voortdurend meegekeken wordt, informatie kunnen zoeken en uitwisselen met anderen. Natuurlijk mogen ze daarbij anderen geen schade berokkenen, maar om dat te voorkomen door alles te loggen en gaan nachecken, dat gaat echt veel te ver. Ongelooflijk wat goede bedoelingen allemaal voor narigheid kunnen opleveren. En dan zonder blikken of blozen zeggen dat je dat doet voor de bestwil van het kind.”
Justine Pardoen : “Een totaal ongewenste ontwikkeling, dat we kinderen gaan volgen. Alles wat ze doen op hun laptop van school, ook als ze thuis zijn.”
Ik ben het helemaal eens met Justine Pardoen. In mijn lezingen over digitaal pesten voor ouders (‘320 Digitaal pesten‘) pleit ik vòòr meer toezicht. Dat is evenwel niet hetzelfde als het bespioneren van kinderen. Zo moet er op de speelplaats toezicht zijn, maar moeten leraren niet alles beluisteren wat kinderen onder elkaar zeggen. Hetzelfde geldt digitaal : het is goed dat een zorgleerkracht met een kind bespreekt wat er online is misgelopen. Alles monitoren wat op de toestellen van de leerlingen gebeurt daarentegen, is gewoon spionage. Het doel heiligt de middelen ? Ik vind het absoluut onfatsoenlijk !
De laatste tijd overstroomt het nieuws met berichten over jonge meisjes die slachtoffer zijn van hun eigen naaktfoto’s. De privéfoto’s gaan op school rond of belanden op het internet, waar ze altijd teruggevonden kunnen worden. Solange Jacobsen van Bureau Jeugd en Media legt uit wat de impact kan zijn voor zo´n jong meisje :
“De schok wanneer je ontdekt dat jouw naaktfoto rondgaat is groot. De foto die je in vertrouwen voor iemand gemaakt hebt, kan ineens door iedereen bekeken worden. Dat was natuurlijk nooit de bedoeling. Je schaamt je, bent boos, verdrietig en durft familie, vrienden en schoolgenoten nauwelijks onder ogen te komen. Voor sommige meiden en jongens kan dit zeker een traumatische ervaring zijn.” legt Jacobsen uit. “Veel slachtoffers krijgen te maken met sterk afkeurende reacties. Worden op school nagekeken, uitgescholden en bespuugd. Dat voelt heel onveilig.”
Psychologische effecten
“In theorie kan het voorkomen dat het slachtoffer hier op latere leeftijd nog door achtervolgd wordt, zowel letterlijk als figuurlijk. Als de foto’s op internet staan dan kan iedereen ze terugvinden”, vertelt Jacobsen. “Maar ook als het slachtoffer het niet gelijk een goede plek kan geven, kan iemand er mentaal gezien nog lang last van hebben.”
“Er wordt snel gezegd tegen het slachtoffer ‘hoe had je zo stom kunnen zijn’. Men staat er niet bij stil dat het onderdeel is van seksueel experimenteren met iemand die je vertrouwt en waar je je veilig bij voelt. Of dat er meer aan de hand zou kunnen zijn. Er kan namelijk ook sprake zijn van manipulatie, dwang of afpersing.”, legt ze uit.
Begrip
Iedere leerling heeft er een mening over, maar ze bekijken de foto’s allemaal wel en sturen het door. Een oplossing voor dit probleem is moeilijk te vinden. Volgens Jacobsen is vooral het bewustzijn dat moet groeien omtrent dit onderwerp.
“Jongeren moeten inzien wat voor effect het publiceren van zulke foto’s heeft voor het slachtoffer. Ze moeten begrijpen wat voor gedrag en keuze achter het maken van de foto’s kan zitten. Als dat stukje begrip er is, zal het al veel uitmaken met hoe de verspreiding zal lopen.”
“Belangrijk voor het slachtoffer is dat de omgeving begrip toont als zoiets gebeurt. Dat iemand gesteund wordt en zich niet onveilig hoeft te voelen. De steun en hulp die iemand krijgt in de eerste periode is heel belangrijk voor de verdere verwerking”, sluit Jacobsen af.
“Jongeren moeten inzien wat voor effect het publiceren van zulke foto’s heeft voor het slachtoffer. Ze moeten begrijpen wat voor gedrag en keuze achter het maken van de foto’s kan zitten. Als dat stukje begrip er is, zal het al veel uitmaken met hoe de verspreiding zal lopen.”
Item ‘651 Snapchat-shit‘ voor leerlingen SO 2e graad wil dit bevorderen : “Wat als je een pikante foto krijgt te zien ? En wat als je zo’n foto bewaard hebt van iemand met wie het even aan is geweest ? Een pleidooi om met wat je in vertrouwen gekregen hebt, ook vertrouwelijk te houden, of gewoon te verwijderen.”
Een meerderheid van 18-jarigen meent dat porno leidt tot onrealistische en zelfs schadelijke opvattingen over seks een relaties. Maar liefst zeventig procent van de ondervraagde Britse tieners meent dat pornografie en de toegankelijkheid ervan een kwalijk effect kunnen hebben op hoe jongeren seks en relaties ervaren.
Beginnen kijken tussen 13 en 15 jaar
Een meerderheid verklaarde dat het kijken naar porno gemeengoed was tijdens hun studietijd. De meesten begonnen tussen hun dertiende en hun vijftiende naar porno te kijken. Niet minder dan 72 procent van de ondervraagde 18-jarigen verklaarden dat porno leidt tot onrealistische verwachtingen inzake seks. Zeventig procent meent zelfs dat porno een schadelijk effect kan hebben op de manier waarop jongeren omgaan met seks en relaties.
Meisjes versus jongens
De negatieve gevoelens omtrent porno en de impact ervan blijkt het meest uitgesproken onder de bevraagde meisjes. Bijna tachtig procent van de ondervraagde jonge vrouwen verklaart dat porno zorgt voor een sociale druk om er op een bepaalde manier uit te zien en bepaalde handelingen te verrichten.
Minder toegankelijk
Maar de meerderheid van de achttienjarigen – 66 procent van de meisjes en 49 procent van de mannen – verklaarde zich akkoord met de stelling ‘het zou makkelijker op te groeien mocht porno minder makkelijk toegankelijk zijn voor jongeren’.
“Deze resultaten tonen aan dat pornografische beelden het leven van tieners binnendringen en dat vooral jonge vrouwen heel goed weten welke schade die kunnen aanrichten”, stelt IPPR-voorzitster Dalia Ben-Galim. “De resultaten schetsen een zorgwekkend beeld over hoe internetporno het gedrag van jongeren bepaalt”.
Opmerkelijk is ten slotte dat 86 procent van de ondervraagden oordeelde dat advies inzake seks en relaties op school moet onderwezen worden.
VTM Telefacts zond op 5 augustus 2014 de reportage ‘Verstand op porno’ uit. Alexander Witpas, criminoloog en seksuoloog reageert de volgende dag in de krant De Standaard (uittreksel) :
Juiste cijfers graag : ’60 procent van de Vlaamse jongeren kijkt regelmatig naar porno.’ Een indrukwekkend, maar verkeerd cijfer. In een onderzoek van Laura Vandenbosch (KU Leuven) van 2012 was het aantal regelmatige kijkers (minstens één keer per week) niet 60 maar 10 procent. Bovendien had meer dan de helft (54 procent) in het half jaar voor de bevraging nooit naar porno gekeken.
Juiste feiten graag : Hoe verslavend is porno eigenlijk echt ? De realiteit is dat er anno 2014 geen officiële diagnose ‘pornoverslaving’ bestaat. Er is een kleine, kwetsbare groep die aandacht nodig heeft, maar de rest weet heel goed dat porno ficitie is.
Juist informeren & goed opvoeden : Al het bovenstaande betekent overigens niet dat we internetporno gewoon kunnen negeren. We moeten explicieter met hen spreken over wat porno is (fictie) en wat het niet is (realiteit).